Mark Janssen en hardlopen
Hardlopen is enorm populair. Zeker tijdens de corona-lockdowns waarin collectief sporten niet mogelijk was en de sportscholen dichtzaten, maar ook aan het begin van ieder jaar zijn er weer veel mensen die hun hardloopschoenen aantrekken voor een rondje in het park. Je hebt er weinig voor nodig, het kost niet veel, is makkelijk in te plannen en ook prima in je eentje te doen. Een laagdrempelige sport. Maar daarin schuilt meteen het gevaar, zegt Mark Janssen. Hij haalde een promotiebeurs voor leraren binnen, combineerde een promotieonderzoek aan de faculteit Industrial Design met zijn baan als docentonderzoeker bij Fontys Sport en Bewegen en bestudeerde de startende recreatieve hardloper. “Je denkt: ik trek mijn schoenen aan en ben weg. Een half uur, een uur? Waarom zou ik dat niet kunnen? En dat is dus helemaal niet slim. Want bij iedere hardlooppas moet je drie-tot viermaal je lichaamsgewicht opvangen. Aan deze schokbelasting moeten je spieren, pezen en botten geleidelijk wennen, zeker als je gewicht na de feestdagen iets te hoog is. Ga je aan het begin te snel, dan raak je overbelast met mogelijke blessures tot gevolg.”
Hardlopen is dan ook de sport met verreweg de meeste blessures. Een van de oorzaken is volgens Janssen het ontbreken van gedegen begeleiding. “Hardloopgroepen en -verenigingen trekken al jaren steeds minder leden. Terwijl een trainer zeker voor een startende loper heel belangrijk kan zijn, de belasting in de gaten houdt en gepersonaliseerde hardloopschema’s maakt. Veel mensen plukken nu een schema van internet. Maar die zijn voor iedereen gelijk, ongeacht je doel, gewicht of conditie.”
Het is een utopie iedereen te laten hardlopen met een trainer, beaamt Janssen. Om de zogenoemde ‘ongeorganiseerde, ongebonden’ hardloper te ondersteunen bekeek Janssen welke technologie de startende loper door de beginperiode kan helpen en de kans op blessures kan verkleinen. “We zijn begonnen met een onderzoek naar de drijfveren van de hardloper. Ze namen allemaal deel aan een hardloopevenement, van 5K tot marathon. De beginnende lopers hebben meestal een duidelijk doel voor ogen, maar dragen sneller persoonlijke redenen aan waardoor ze zouden stoppen: geen tijd, niet leuk, last van kwaaltjes. De gevorderde loper heeft de sport veel meer omarmd, en valt grofweg te verdelen in twee groepen. De sociaal competitieve loper en de individueel competitieve loper – vaker man, iets oudere leeftijd, loopt met sporthorloge en sporttechnische kleding van bekende merken. Waar de sociaal competitieve loper graag in een loopgroepje loopt en de competitie opzoekt met andere lopers, is de individueel competitieve loper vooral met de eigen prestatie bezig en traint liever alleen. Beide groepen kennen hun lichaam goed en raken veel minder snel overtraind. Ze geven aan dat ze veelal lopen om de ontspannende ‘runner’s high’ te ervaren en niet snel te zullen stoppen.” Een bijzondere studie, want nooit eerder werd zo’n grote groep van ongeveer 20.000 lopers in detail bestudeerd. En alleen al dit deel leidde tot vier wetenschappelijke artikelen.
Zoveel hardlopers, maar ook dus zoveel verschillende typen lopers. En met die bril op zou het misschien slim zijn ondersteunende technologie aan te passen aan het hardlooptype, benadrukt Janssen. “Dus niet één horloge voor iedereen. Leuk voor de vergevorderde loper of topsporter, maar een beginnende loper kan niets met die fancy functies die een overload aan data genereren. Daar is eerst een goede basis of begeleiding voor nodig.”
Dat geldt ook voor hardloop-apps. Deze worden vooral door beginnende lopers gebruikt en juist deze groep kent een hoge drop-out door blessures en motivatieverlies. Jansen legde 25 hardloopapps langs de lat en zag nauwelijks aanbod van gepersonaliseerde trainingen, hoewel er wel wat ruimte voor nuance was. Hij ontwikkelde daarom een beslistool die je aan de hand van een paar vragen – wat is je doel, wat wil je bereiken, wat wil je meten? – helpt een geschikte app te vinden in het enorme aanbod. Toch bleef het ontbreken van een gepersonaliseerde app knagen en daarom ging Janssen zelf met een multidisciplinair team aan de slag. “Ik wilde graag mijn kennis vanuit mijn achtergrond als bewegingswetenschapper gebruiken, over trainingsprincipes en verantwoord trainen. We hebben een app voor de beginnende, onervaren loper ontworpen die jou tijdens de eerste trainingen leert kennen en vervolgens kan uitrekenen op basis van voorafgaande trainingen wat je nieuwe training moet zijn. De Inspirun E-coach neemt hierbij je hartslag, snelheid en gevoel mee. Het is in feite een soort geautomatiseerde trainer,” lacht Janssen.
Testlopers zijn positief over de Inspirun E-coach-app en geven aan dat het gebruik zeker helpt om te leren hoe ze moeten trainen, vaak anders dan ze zelf dachten. Een commerciële partij die de app verder in de markt zet is er (nog) niet, wel publiceerde Janssen verschillende papers over het algoritme van de hardlooptool, zodat deze voor iedereen beschikbaar is. Janssen – zelf geen hardloper maar wel een fanatiek fietser – houdt de technologische ontwikkelingen sindsdien in de gaten. En toeval of niet, de eerste apps met gepersonaliseerde trainingen beginnen langzaam te ontstaan. De docentonderzoeker wil bij Fontys Sport en Bewegen zijn onderzoek nu uitbreiden naar andere sporten zoals fietsen en wandelen; voor hardlopers gaat hij de integratie met nieuwe technologie bestuderen. “Sensoren op je huid, voor je ademhaling, in zooltjes in je schoenen, we kunnen steeds meer meten. Maar bovenal willen we steeds meer mensen lekker laten bewegen, zonder afleidende databerg én zonder blessures.”